|
Nomina ipso iure divisa
|
D. 10, 2, 25, 20 Paulus libro vicensimo tertio ad edictum: Iudex familiae erciscundae nihil debet indivisum relinquere. | De rechter moet bij een boedelscheiding niets onverdeeld laten. |
Art. 3:178 lid 1 BW geeft aan ieder der deelgenoten het recht te allen tijde de verdeling van een gemeenschappelijk goed te vorderen en art. 3:179 BW geeft ieder het recht een algehele verdeling te verlangen, evenals, in de Codex:
C. 3, 37, 5 Idem (Impp. Diocletianus et Maximianus) AA. et CC. Secundino: In communionem vel societatem nemo compellitur invitus detineri (A° 294) | Niemand wordt tegen zijn zin gedwongen in een gemeenschap of maatschap te blijven. |
Ulpianus:
D. 10, 2, 43 Ulpianus libro trigensimo ad Sabinum: Arbitrum familiae erciscundae vel unus petere potest. nam provocare apud iudicem vel unum heredem posse palam est: igitur et praesentibus ceteris et invitis poterit vel unus arbitrum poscere. | Zelfs één erfgenaam kan een vonnis van boedelscheiding eisen want het is een duidelijke zaak dat zelfs één erfgenaam haar bij de rechter kan opvorderen: daarom kan eentje zo'n boedelscheiding eisen zelfs tegen de zin van de overige aanwezige erfgenamen. |
Een tussen boedelgenoten gesloten overeenkomst volgens welke de boedel onverdeeld zal blijven heeft slechts beperkt rechtsgevolg:
D. 10, 3, 14, 2 Paulus libro tertio ad Plautium: Si conveniat, ne omnino divisio fiat, huiusmodi pactum nullas vires habere manifestissimum est: sin autem intra certum tempus, quod etiam ipsius rei qualitati prodest, valet. | Als men overeenkomt dat er helemaal geen verdeling zal zijn dan is het zonneklaar dat een dergelijke overeenkomst geen rechtskracht heeft; als er echter alleen maar geen verdeling zal zijn binnen een bepaalde termijn, die ook nog voor de hoedanigheid van de zaak zelf van voordeel is, dan is dat wèl geldig. |
Art. 3:178 lid 5 BW spreekt van een één of meermalen overeen te komen termijn van telkens ten hoogste vijf jaren; art. 3:178 lid 3 BW geeft aan de rechter de bevoegdheid de verdeling uit te stellen voor een periode van telkens ten hoogste drie jaren.
![]() | coheredes: mede-erfgenamen |
![]() | ipso iure: van rechtswege |
![]() | in iure cessio: overdracht ten overstaan van een magistraat |
![]() | nomina ipso iure divisa: schulden en vorderingen worden van rechtswege verdeeld |
![]() | pars pro indiviso: onverdeeld aandeel |
[1]: Zie V 7.
[2]: Vgl. art. 4:1146 BW: De erfgenamen die eene erfenis hebben aanvaard moeten in de betaling der schulden, legaten en andere lasten, zoo veel dragen als in evenredigheid staat met hetgeen ieder uit de nalatenschap ontvangt.
[3]: Zie Z 14.
[4]: Art. 3:190 lid 1 BW: Een deelgenoot kan niet beschikken over zijn aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed afzonderlijk, en zijn schuldeisers kunnen een zodanig aandeel niet uitwinnen, zonder toestemming van de overige deelgenoten.
![]() |
|