Eerdere Volgende

 

Mora perpetuat obligationem
(verzuim doet de verbintenis voortduren)
(zie ook knop-rom.gif (929 bytes) V15)
en
Omnia iudicia pecuniaria sunt
(alle vonnissen worden in geld uitgedrukt)
(zie ook knop-rom.gif (929 bytes) P2,  P14 en  V34)

Berolini

Prota - Verbintenissenrecht

§ 14

Gevolgen van de wanprestatie

Wat zijn de rechtsgevolgen van wanprestatie? Het voornaamste is wel dit, dat de schuldenaar de uit de wanprestatie voortvloeiende schade moet vergoeden. In het Romeinse recht dacht men bij de berekening van de schade in beginsel aan de vergoeding van 'zoveel als de prestatie waard is', quanti ea res est; daaronder verstond men dan de vervangingswaarde, dat wil zeggen de som waarvoor men een soortgelijke prestatie of een soortgelijke zaak zou kunnen kopen:

D. 50, 16, 193 Idem (Ulpianus) libro trigensimo octavo ad edictum: Haec verba `quanti eam rem paret esse' non ad quod interest, sed ad rei aestimationem referuntur. Deze woorden 'zoveel als de zaak waard blijkt te zijn' slaan niet op het belang van de schuldeiser bij de prestatie, maar op de geldelijke waardering van de zaak.

Dikwijls, vooral bij die verbintenissen die naar redelijkheid en billijkheid, bonae fidei, werden beoordeeld,[1] legde men een ruimere maatstaf aan voor de berekening van de schade. Men vergoedde dan al het belang dat de schuldeiser bij de nakoming van de verbintenis had, id quod interest, daaronder begrepen niet alleen het geleden verlies, damnum emergens, maar ook de gederfde winst, lucrum cessans:

D. 19, 1, 1 pr. Ulpianus libro vicesimo octavo ad Sabinum: Si res vendita non tradatur, in id quod interest agitur, hoc est quod rem habere interest emptoris: hoc autem interdum pretium egreditur, si pluris interest, quam res valet vel empta est. Als een verkochte zaak niet wordt geleverd, dan procedeert men op het belang, dat wil zeggen het belang dat de koper heeft om de zaak in eigendom te hebben: soms gaat dit de koopprijs te boven, als hij belang heeft bij meer dan de zaak waard is of dan waarvoor zij is gekocht.

Ook ons BW hanteert een ruim schadebegrip; alle verbintenissen worden immers beoordeeld naar de redelijkheid en billijkheid. Volgens artt. 6:95 en 6:96 bestaat de schade in ieder geval steeds in vermogensschade, die zowel geleden verlies als gederfde winst omvat.

Schadevergoeding kan de schuldeiser bij wanprestatie steeds vorderen. Soms staan hem nog meer middelen ter beschikking, voornamelijk wanneer hij in een rechtsbetrekking tot de schuldenaar staat waarbij hij ook zelf schuldenaar is, bijvoorbeeld uit wederkerige overeenkomst.[2] Beide partijen zijn over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar. Pleegt dan één der partijen wanprestatie, dan kan de wederpartij de nakoming van haar verplichting opschorten. In het Romeinse recht vloeide dit opschortingsrecht voort uit de redelijkheid en billijkheid en hoefde dus bij de verbintenissen die naar de bona fides worden beoordeeld - dat waren die uit wederkerige overeenkomsten - niet afzonderlijk te worden bedongen. Het BW geeft onder bepaalde voorwaarden zo'n opschortingsrecht aan de schuldenaar/schuldeiser in het algemeen, dat wil zeggen ook indien de vordering van de schuldenaar op de schuldeiser niet voortvloeit uit een wederkerige overeenkomst.[3] Hij mag dan de voldoening van zijn vordering afwachten voordat hij zelf presteert. Bestaat zijn verplichting in de afgifte van een zaak, dan houdt dit opschortingsrecht een retentierecht in.[4] Als laatste mogelijkheid die de schuldeiser in geval van wanprestatie heeft, naast die van schadevergoeding en opschortings- of retentierecht, noemen we zijn recht van een wederkerige overeenkomst ontbinding te vorderen.[5] Deze ontbinding heeft geen terugwerkende kracht[6] maar doet een nieuwe verbintenis ontstaan tot ongedaanmaking van reeds verrichte prestaties.[7] Aangezien men in het Romeinse recht slechts veroordeeld kon worden tot een geldsom, omnia iudicia pecuniaria sunt, bestond de mogelijkheid ontbinding te vragen niet.[8]

Tenslotte nog een rechtsgevolg van de wanprestatie, dat tevens in verband staat met de overmacht. De in wanprestatie verkerende schuldenaar draagt niet alleen de nadelige gevolgen van de wanprestatie maar ook die van overmacht. Heeft hij zich bijvoorbeeld uit stipulatie verbonden een bepaald paard te leveren en is hij met deze prestatie te laat, dan draait hij natuurlijk op voor de schade die uit zijn verzuim ontstaat. Gaat nu echter het paard door overmacht dat wil zeggen buiten zijn schuld teniet, dan zou hij, wanneer hij niet in wanprestatie had verkeerd, van zijn verplichting tot levering zijn bevrijd en zou de gehele verbintenis uit stipulatie teniet zijn gegaan. Nu hij echter wèl in wanprestatie verkeert, gaat de verbintenis niet teniet, maar duurt zij voort: mora perpetuat obligationem, letterlijk: het verzuim doet de verbintenis voortduren. Dat betekent in feite dat hij verplicht is naast de schade uit zijn verzuim ook de waarde van het paard - het paard kan hij onmogelijk meer leveren - te vergoeden. Ulpianus:

D. 45, 1, 82, 1 Idem (Ulpianus) libro septuagensimo octavo ad edictum: Si post moram promissoris homo decesserit, tenetur nihilo minus, proinde ac si homo viveret. Als na verzuim van de belover de beloofde slaaf is gestorven, dan blijft de belover niettemin aansprakelijk even alsof de slaaf nog in leven was.

 

bulletbona fides: goede trouw, redelijkheid en billijkheid
bulletexceptio non adimpleti contractus: exceptie van de niet nagekomen afspraak
bulletid quod interest: het belang bij de prestatie
bulletmora perpetuat obligationem: verzuim doet de verbintenis voortduren
bulletomnia iudicia pecuniaria sunt: alle vonnissen worden in geld uitgedrukt
bulletquanti ea res est: zoveel als de zaak waard is

 

Voetnoten

[1]: Zie P 12.

[2]: Zie V 34.

[3]: Vgl. artt. 6:52 t/m 6:57, in het bijzonder 6:52 lid 1 BW.

[4]: Vgl. art. 6:57 BW.

[5]: Vgl. art. 6:265 BW.

[6]: Vgl. art. 6:269 BW.

[7]: Vgl. art. 6:271 BW.

[8]: Zie wat gezegd wordt over de actio redhibitoria, V 50.

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk