Eerdere Volgende

 

Nemo causam possessionis sibi ipse mutare potest
(niemand kan de oorzaak van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf wijzigen)

Berolini

Prota - Zakenrecht

§ 32

Animus

Het andere bestanddeel van de bezitsverkrijging is de animus, de wil om de zaak voor zichzelve te houden. Daaruit volgt al dadelijk dat zij die geen wil daartoe hebben geen bezit kunnen verwerven.

D. 41, 2, 1, 3 Paulus libro quinquagensimo quarto ad edictum: Furiosus, et pupillus sine tutoris auctoritate non potest incipere possidere, quia affectionem tenendi non habent, licet maxime corpore suo rem contingant, sicuti si quis dormienti aliquid in manu ponat. sed pupillus tutore auctore incipiet possidere. Ofilius quidem et Nerva filius etiam sine tutoris auctoritate possidere incipere posse pupillum aiunt: eam enim rem facti, non iuris esse: quae sententia recipi potest, si eius aetatis sint, ut intellectum capiant. De krankzinnige en ook de pupil zonder de machtiging van zijn voogd kunnen geen bezit aanvangen. Zij missen immers de wil voor zichzelf te houden, hoezeer zij ook lichamelijk contact met de zaak hebben, net als wanneer iemand iets een slapende in de hand legt. Maar mèt medewerking van de voogd zal de pupil wel gaan bezitten. Ofilius en Nerva Junior menen evenwel dat een pupil ook zonder machtiging van de voogd kan gaan bezitten, omdat het om een feitelijke kwestie gaat en niet om een rechtskwestie; deze mening is aanvaardbaar, als ze tenminste oud genoeg zijn om iets te beseffen.
D. 41, 2, 32, 2 Paulus libro quinto decimo ad Sabinum: Infans possidere recte potest, si tutore auctore coepit, nam iudicium infantis suppletur auctoritate tutoris: utilitatis enim causa hoc receptum est, nam alioquin nullus sensus est infantis accipiendi possessionem. pupillus tamen etiam sine tutoris auctoritate possessionem nancisci potest. Een onmondige kan wel bezitten, als hij dat maar met machtiging van de voogd gaat doen, want het gebrek aan onderscheidingsvermogen van het kind wordt dan aangevuld door het gezag van de voogd. Dit is om praktische redenen aanvaard, omdat het anders geen enkele zin zou hebben dat een kind bezit aanvaardt. Toch kan de pupil ook zonder machtiging van de voogd bezit verwerven.

Ontbreekt bij de krankzinnige en de onmondige de wil in het algemeen, bij vele anderen is wel een volwassen wil aanwezig, maar is die wil niet altijd gericht op het houden voor zichzelf. Zo hebben bijvoorbeeld de huurder, de bruiklener, de bewaarnemer enz. de zaak wel corporeel gekregen, maar houden zij haar niet voor zichzelf, maar voor een ander: de verhuurder, de uitlener, de bewaargever. Deze laatsten zijn en blijven bezitters; zij bezitten door middel van de eersten, die de zaak voor hen houden en dus ook houders, detentores, worden genoemd. Het BW noemt dit middellijk bezit.[1] De macht van de middellijke bezitter is gegrondvest op de wil van de houder, die niet voor zichzelf, maar voor de bezitter houdt. Ten onrechte zou men hieruit kunnen opmaken dat de houder, die de zaak reeds onder zich heeft, door de enkele verandering van zijn wil tot bezitter zou kunnen worden. Hij heeft, zo zou men kunnen menen, de zaak reeds corporeel gekregen en hoeft zich slechts de wil om voor zichzelf te houden aan te meten om bezitter te worden. Dit betoog is echter niet zuiver en de Romeinen hebben daarvoor reeds gewaarschuwd: nemo causam possessionis sibi ipse mutare potest ofwel niemand kan de oorzaak van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf wijzigen. De onzuiverheid is hierin gelegen dat het corpus niet een bestanddeel is van het bezit, maar van de bezitsverkrijging, zoals wij hebben gezien.[2] Wil de houder het bezit verwerven, dan zal er opnieuw een corpus moeten zijn: het zal met andere woorden naar buiten waarneembaar moeten zijn dat de houder ophoudt voor een ander te houden en aanvangt voor zichzelf te houden. Hetzelfde kan men lezen in art. 3:111 BW. Dat bepaalt dat men houder blijft, 'zolang niet blijkt dat hierin verandering is gebracht'. De huurder die in zijn binnenkamer besluit het gehuurde huis voortaan voor zichzelve te houden, om welke reden dan ook (bijvoorbeeld omdat hij tot het inzicht is gekomen zelf eigenaar te zijn), wordt daardoor nog geen bezitter; nodig is dat het ontstaan van die bezitswil voor derden waarneembaar aan het daglicht is getreden (corpus), bijvoorbeeld doordat hij nadrukkelijk mededeling doet aan de verhuurder voor zichzelve te gaan houden of weigert voortaan huurpenningen te betalen. Natuurlijk kan hij ook de zaak van de verhuurder gekocht hebben, zodat hij met diens medewerking bezitter (en wellicht eigenaar) van het gekochte wordt. Ook dan heeft hij natuurlijk de oorzaak van zijn heerschappij niet op zijn eentje veranderd. Paulus:

D. 41, 2, 3, 19 en 20 Paulus libro quinquagensimo quarto ad edictum: Illud quoque a veteribus praeceptum est neminem sibi ipsum causam possessionis mutare posse. Sed si is, qui apud me deposuit vel commodavit, eam rem vendiderit mihi vel donaverit, non videbor causam possessionis mihi mutare, qui ne possidebam quidem. Ook dit is al door de oude juristen voorgeschreven, namelijk dat niemand zelf voor zich de oorzaak van zijn heerschappij kan veranderen. Maar als iemand een zaak die hij mij in bewaring heeft gegeven of heeft uitgeleend vervolgens aan mij heeft verkocht of geschonken, dàn zal ik niet geacht worden, ik, die de zaak immers niet eens bezat, de oorzaak van mijn heerschappij op mijn eentje te wijzigen.

 

bulletdetentio: houderschap
bulletdetentor: houder
bulletnemo causam possessionis sibi ipse mutare potest: niemand kan de oorzaak van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf wijzigen

 

Voetnoten

[1]: Art. 3:107 lid 3: Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

[2]: Zie Z 28.

 

 

 

 

 


 

Ga naar  Hoofdmenu Hogere  van Rechtsgeschiedenis RuG

Deze pagina is een poging de feitelijke toestand weer te geven,
zoals die de maker, R.J.H. Brink,
op bovenstaande
( ... ) genoemde moment bekend was

Aanvullingen en/of suggesties aanbevolen: rjhbrink@hotmail.com

 
Geschiedenis
RuG
Faculteit
Wat doen we?
GOM
Subseciva
Samenwerking Medewerkers
Byzantijnse bibliografie
Studs Tentamen
Caroussel
Adagia
Vakken Strikt wetenschappelijk