Hoge der A 36, 36a, 36b


HdA 36 [©RJHBrink‘54]

Een beetje prutsen op de PC en je hebt wat. De voorgevel aan het Hoge der A en de zijgevel aan de Vishoek.
Het is een karakteristiek gebouw en hoewel nieuw, goed passend in de omgeving. Het werd in 1938 ontworpen door architect A.R. Wittop Koning (1878-1961). Hij wordt gerekend tot de Delftse school, ontstaan rondom Grandpré Molière. De laatste maakte na de tweede wereldoorlog het wederopbouwplan voor de Grote Markt. De aanhangers van de Delftse school waren vóór functioneel bouwen en tegen overbodige opsmuk, een reactie op de Amsterdamse school. Na de tweede wereldoorlog hield Wittop Koning namens het Rijk toezicht op de beschadigde monumenten.
Het gebouw kreeg een kelder met op de begane grond een toonzaal en een berging (36), op de eerste verdieping een kleine woning (36a) en daarboven een grote (36b).

         
[©RJHBrink‘54 en rechts: Google]

Vanaf de Visserstraat, de Vishoek en vanuit de lucht. De verlaging in de daknok is origineel. Daarachter is een dakterras. Op de foto rechts zijn de deuren daarnaartoe te zien. Oorspronkelijk was hier een lichtschacht tot en met de eerste verdieping met op de tweede en derde verdieping balkons. Nu heeft elke verdieping een vloer.
Achter is 'De Sleutel'. Oorspronkelijk een brouwerij, later een pakhuis, nu een horeka gelegenheid. Achter HdA 37, 'De grote Sleutel' en achter HdA 36, 'De Kleine Sleutel'.

[Google]

De stad is net zoals een aantal andere steden ontstaan aan een open verbinding met de zee. Daar, waar de zee wat tot rust gekomen was. Die verbinding was de rivier de A. Later is daarvoor in de plaats het Reitdiep gegraven. Stukken van de A bleven bestaan, zoals die in de stad. De A vormt een deel van de binnenste grachtenring, die om het oude centrum loopt.
De straat aan de stadszijde van de A, waar de kade bij vloed gebruikt kon worden, wordt Hoge der A genoemd. In de tijd van Haubois, begin 17de eeuw, had men het over 'bij der A'. De straat aan de overzijde, die lager ligt en waar de kade bij eb gebruikt kon worden, heet Lage der A. Het gedeelte tot de Turftorenbrug noemde men in het begin van de 17de eeuw 'bij de Soutketel', en het gedeelte daarna 'over der A'. De namen Hoge- en Lage der A staan in verband met de eb en vloed, die hier vroeger merkbaar waren. De A stond nl in open verbinding met de zee.


Links: het Hoge der A met een urinoir, ontworpen door gemeente-architekt S.J. Bouma [1899-1959], nu een luxe urinoir, en rechts: het Lage der A. Op de achtergrond de A-toren [©RJHBrink‘54]

De rivier de A ontspringt in Westerbork en eindigt bij Zoutkamp in de Waddenzee. In het midden van de foto, de toren van de A-kerk.
In verband met de waterbeheersing en met het oog op een belegering is een ingenieus systeem ontstaan van sluizen en waterlopen. Lager gelegen gronden konden onder water gezet worden, zodat de stad over land onbereikbaar was. Ondertussen bleef het mogelijk om de stad over water veilig te bevoorraden. Door de bouw van de sluis bij Zoutkamp, waar het Reitdiep in de Waddenzee uitkomt, zijn de waterwerken in de stad overbodig geworden en is eb en vloed niet langer merkbaar. Het zou een toeristsche attractie worden als de sluis bij Zoutkamp weer open gezet zou worden en je de natuur zijn gang liet gaan (zo simpel is het natuurlijk niet, maar wel leuk).
Vanuit HdA 36b zie je uit op twee voormalige gasthuiscomplexen: het uit de middeleeuwen daterende Jacob en Anna Gasthuis (met ter herrinnering daaraan het koepeltje) en de (ge)Weldadige Stichting Ketelaar-Bos. Het gebouw van de Weldadige Stichting is van 1940. In de Visserstraat zie je het Zeyls gasthuis en het Wytsens gasthuis.
De Noorderhaven is nu een vrijhaven.
De straat tussen het Hoge der A en de Noorderhaven, heet de Hoek van Ameland. Dat komt, omdat daar de veerboot naar Ameland vertrok.

Hoek van Ameland [Flickr]

Op de hoek met de Noorderhaven was het havenkantoor. Vandaar het stadswapen in de witte gevel.
De bruine vloot heeft een ligplaats in de A.
In de 14de eeuw was het centrum ommuurd. De muur liep over het Hoge der A, precies tussen HdA 36 en 37. Delen zijn bij 36 bewaard gebleven.

  

[Website gem Grn 2008]

Het fundament van de muur werd in 2008 in kaart gebracht.

Detail van de kaart van Braun-Hogenberg uit 1575. Boven: Noorderhaven. Een toren bij de muur, ongeveer bij de Hoek van Ameland. Rechts naar beneden: het poortje dat de Vissersstraat afsloot. Dan de huisjes,waar later de visafslag kwam. Helemaal beneden: de rivier de-A. De huisjes staan aan het Hoge der A. Midden-rechts: het Jacob en Anna gasthuis.

Op de kaart van Braun-Hogenberg uit 1575 is een poortje in de muur te zien voor een doorgang naar de Vissersstraat.


Visserspoortje [J.J.B. Fikkers]

De doorgang van het 'Visserspoortje' bleek bij de sanering van verschillende leidingen in 2019 een toren geweest te zijn.

Detail kaart van Haubois

Volgens de kaart van Haubois (begin 17de eeuw) waren de muur en het 'Visserspoortje' toen reeds afgebroken. Helemaal links-onder de Kranepoort, links-boven het Jacob en Anna Gasthuis. Op de hoek van de Visserstraat en het Gasthuisstraatje, tegenover De Laan was de kapel van het gasthuis. Die had een spitse toren.
De Vissersbrug werd vroeger Mussel-brugge genoemd, vanwege de mosselen die daar aan land werden gebracht en vervolgens werden vervent.
Tegenover de Turftorenstraat is de brug verdwenen.

Prent van A. Bulthuis uit 1773

De huisjes op het A-plein zijn in 1762 afgebroken voor een vismarkt. Er kwam een gebouw, zoals je nu nog in Leiden aantreft. De visverkopers konden daar beschut tegen weer en wind hun waren op stenen visbanken uitstallen. Op een prent van A. Bulthuis uit 1773 zie je links de Sleutel, dan de Visbanken en vervolgens de Vissersbrug. Aan de horizon de A-toren.

Aquarel van A.J. van Prooien uit 1861

De A werd in 1662 bij de Vissersbrug afgesloten door een spilsluis. Het gedeelte van de A tussen de Vissersbrug en de A-brug (dus langs het Hoge- en Lage der A) heette officieel Zuiderhaven, maar de naam raakte nooit ingeburgerd. Het was ook verwarrend, want dit is de west-zijde van de stad en het zou dus Westerhaven moeten heten, maar aan de tweede grachtenring bestond al een haven met die naam. Op een aquarel van A.J. van Prooien uit 1861 is de 'Zuiderhaven' met links de Visbanken en op de voorgrond de Kleine Spilsluis te zien. De sluis is nutteloos geworden en verwijderd.

Visbanken [Beeldbank Grn]

Nogmaals de Visbanken in de 19de eeuw, daarbovenuit de gevels van HdA36 en 37. HdA 37 had een klokgevel.

Het Hoge der A gezien naar het noorden [prentbriefkaart]

Het Hoge der A, gezien vanaf de A-brug, op een ingekleurde prentbriefkaart ±1870.
Op 1/3 van links de Turftorenstraat.
In dit stuk woonden o.a. effecten- en graanhandelaar-schilder H.W. Mesdag en de dichter N.E.M. Pareau.

  

Voorgel en zijgevel HdA 36 in 1925 [gemeentewerken Groningen, bouwdossier]

In de 19de eeuw werd de gevel van HdA 36 gewijzigd en kreeg het een daklijst en een bijpassende winkelpui. Een daklijst naar de mode van de tijd, zoals bij het gele pand er naast (37). Daar was ooit het woonhuis van brouwerij de Sleutel.
Aan de A waren vroeger verschillende brouwerijen. Zij zouden, volgens het verhaal, het water voor hun brouwsel uit de A betrokken hebben. Dat zou vanwege het brakke water wel een heel aparte smaak gehad hebben. In feite waren er verschillende wellen rond de A. Daar zullen ze het water uit gehaald hebben, niet uit de A.
Bekend was het Groninger Kluinbier.
Naast brouwerijen waren er pakhuizen net zoals elders aan de grachtenring. Sommige complexen strekten zich uit tot aan de overzijde van de Laan (parallel aan de A). Verschillende pakhuizen aan de waterzijde werden verbouwd tot huizen voor rijke kooplieden.Toen de overgebleven pakhuizen geen funktie meer hadden zijn daarin gedurende de afgelopen tientallen jaren wooneenheden gemaakt.

 

Aan het einde van het Hoge der A: HdA 36 (rechts) en HdA 37 (links)  [©RJHBrink‘54]

Toen HdA 36 een slijterij was, 1928 [Beeldbank Grn]

Van omstreeks 1870 tot 1938 was op HdA 36 de kruidenierswinkel annex slijterij van C.J.H. Drewes. Je kon er o.a. petroleum verkrijgen. Dit werd voor petroleumlampen gebruikt.
Daarna was het even een café, maar in 1939 werd in opdracht van C.G. Ossevorth een geheel nieuw pand gebouwd. Op de begane grond kwam zijn tegelhandel. Vandaar dat het pand vol zit met de malste tegeltjes. Boven kwamen een lerares aan de meisjes-HBS en een tekenleraar.

       

Het trappenhuis op de begane grond [©RJHBrink‘54]
De woonkamer van 36b [©RJHBrink‘54]

De woonkamer van 36b met in de bovenlichten glas in lood. De kamer was eerst 'en suite', maar is nu nu één geheel.

WC [©RJHBrink‘54]

De WC op de 1e verdieping heeft citroen-geel gekleurde tegeltjes. Was dat een associatie met citroen-schoon? Oorspronkelijk was hier ook de douche.
Elders zijn de tegeltjes witgekalkt.
Ik dacht dat ze bij de Reformatie rigoreus te werk gegaan waren, maar op 36b heeft men met de witkwast wel erg zijn best gedaan om sporen uit de jaren dertig uit te wissen.

       

Jaren 20-30 [internet]

Een paar voorbeelden uit die tijd: groen craquelé op een spiegellijst en op een lamp met blad motief. Rechts een Trijp-kleedje (een fluweelachtige uit wol vervaardigde stof).


©RJHBrink‘54



Algemeen
Stamboom
Berolini
Gasthuizen
Register Gasthuizen
Mantgum en Schillaard
Begravenen Mantgum en Schillaard
SOL
Hoge der A