
Op de voorgrond de Engelse oorlogsgraven [scan van een
afbeelding in het restauratieboekje MgS1991].

Het kleurverschil is goed te zien op deze houtsnede. Weggelaten zijn
alle 19de eeuwse restauraties, die het effect te niet doen
[scan van een afbeelding van een houtsnede door W. v.d. Bij in
Friesland Post van november 2000].
|

Schillaard (Skillaerd) vormt met Mantgum één van de tweelingdorpen in de gemeente Littenseradiel (21).

De toren van Oosterwierum (Fogelsangh), een paar
kilometer ten zuiden van Mantgum, is na de afbraak van de kerk aldaar in
1905 eveneens eenzaam blijven staan. Vroeger kon men via een
binnenpad
van de kerk van Mantgum naar de kerk van Oosterwierum. Op de foto staan Mr Boeles en Mr Heerma Vos [scan van een afbeelding
in Bauke Boersma:
Langs onverharde wegen, Friesland in oude foto's 1850-1910].
Schillaard zou volgens een
legende zijn ontstaan toen twee zusters die te Mantgum woonden, ruzie
kregen over het stichten van een kerk. De ene zuster wilde een kerk te
Mantgum, maar de andere was daar tegen, omdat zij vond dat daardoor haar
uitzicht werd bedorven. Zij hield voet bij stuk en
toen het geschil het hoogtepunt bereikte, werd zij door de oudste zuster
uit huis gestuurd onder de uitroep: 'gaat heen gij zijt een schil-aard',
(iemand die de aard heeft geschillen te maken).
En zo ging de jongste
dochter heen en stichtte een kerk op grote afstand van het huis op de
plek die zij Schillaard noemde. In het fries wordt dit als 'Skillaerd'
uitgesproken.

Schillaard gezien vanuit Tjeintgum [scan van een eigen foto].
Een tweede al even onzeker verhaal vermeldt dat er te Schillaard een
door nonnen bevolkte proosdij gestaan zou hebben. De kapel,
later kerk, zou daarvan het restant zijn.
Zij was evenals te Mantgum gewijd aan Maria.
In de kerk mocht niet
worden begraven. Waarom, is niet bekend.
De eigenaren van de state
Hoxwier, bij Mantgum, hadden het collatierecht
van Schillaard, wat o.m. inhield dat zij de pastoor mochten benoemen.
In de 19de
eeuw werd er om de 8 weken in de kerk dienst gehouden en tevens wanneer
de kerk van Mantgum wegens verbouwingen gesloten was.
Afbraak kerk
In 1580 werd Schillaard
kerkelijk met Mantgum verbonden, waardoor er één gemeente ontstond die
de beschikking had over twee kerken.
In verband met de verdeling van de kerkelijke goederen in de franse tijd
werd daarom het gebruik van de kerk gedurende een paar jaar toegewezen
aan de katholieken van Oosterwierum.

De in 1884 afgebroken kerk van Schillaard. De leeuw en vazen hebben
inderdaad op het torendak gestaan, zoals bij de afgelopen restauratie in
de jaren 80 is gebleken. De vaan en ruiter zijn verdwenen.
Misschien is de huidige haan afkomstig van het kerkedak, net zoals de
kraagsteenjes en wapens aan de toren misschien uit de kerk komen [scan
van een foto van een tekening door J. Stellingwerf in 1722 in het Fries Prenten Kabinet].
Pas in de 18de
eeuw werden de administraties van de kerkelijke goederen van
Mantgum en Schillaard samengevoegd en werd er een kerkvoogdij gevormd.
Die beschikte toen over tweemaal zoveel geld als de omringende dorpen,
waardoor zij ook tweemaal zoveel kon uitgeven.
Helaas werd er, ondanks de
oorspronkelijke bestemming van de goederen, weinig aan het onderhoud van
de kerk van Schillaard gedaan, waardoor deze in 1884 zo bouwvallig was
geworden, dat om veiligheidsredenen besloten werd haar af te breken.
Volgens de overlevering zou zij ergens in de Zuidwesthoek van Friesland
weer zijn opgebouwd. Volgens een ander verhaal zou een boer het
puin gekocht hebben voor de verharding van een 'reed' (weg).
De rand (moet) van het kerkedak is
nog aan de westzijde van de toren te zien. Het geld van Schillaard werd
besteed aan het welzijn en de verfraaiing van het dorp en de kerk te
Mantgum.

Het kerkhof werd afgegraven in 1925 met vermoedelijk
ongeveer 50 cm [scan van een eigen foto].
Toren
De toren van Schillaard
werd gebouwd in 1661. Een boer die daartoe een deel van het kapitaal
leende was Douwe Willems. Zijn grafzerk ligt, geheel in stukken, ter
zijde van de toren. Het onderste stuk ontbreekt. Het randschrift luidt:
ANNO 1680 / DEN
11 MAERT IS INDEN HEERE GERUST DEN EERSAMEN DOUWE [WILLEMS] / [
] / [O]UT ONTRENT 80 IAER ENDE LEIT ALHIER BEGRAVEN
Het opschrift:
Douwe Willems
die / goede getrouwe knecht / Die heeft hier een [la]ngge tyt ver[s]leeten
/ [w]e[l] 47 Iaer [ ]n / huis ge[
] / Ende 16[
] / syn gel[ ] vereert
Boven het opschrift is
een wapen aangebracht: I een halve adelaar, II boven elkaar een D en een
W, de initialen van Douwe Willems. De hoekmedaillons geven de vier fasen
van het menselijk bestaan weer door levenskoppen: een kind, een
jongeling, een grijsaard en een schedel. De laatste twee ontbreken.
In de loop der eeuwen is
de toren nogal ontluisterd. De halsgevel op de westzijde met vazen en
een leeuwtje, is nu stomp.

Hier op de voet van de
topgevel heeft een vaas of een bol in een zanstenen voet gestaan,
te zien op de tekening van Stellingwerf uit 1722
[scan van een eigen foto 1991].
Het dak waarop een kruis
met een ruiter als windvaan stond, was gedekt met blauw geglazuurde
pannen, afkomstig van 'it Panwurk' bij Lions.
De weerhaan die nu op de
toren staat, stond oorspronkelijk op een kruis op de kerk.
Van de twee klokken is de
oudste van omstreeks 1300 bewaard gebleven in het Fries Museum.
Eigenlijk had men die willen verkopen, toen er in Mantgum een nieuwe
moest komen, maar dat werd door Monumentenzorg verhinderd. Na de Tweede
Wereldoorlog is er een klokkenfonds gevormd, waardoor er in 1957 te
Heiligerlee een nieuwe klok kon worden gegoten. Deze heeft als
opschrift:
Komt klein en
groot, de Heiland noodt
Er is nog meer
verdwenen: de begane grond in de toren werd ooit overkoepeld door een
stenen gewelf, vandaar dat je nu nog steeds via een in de muur
gemetselde wenteltrap op de eerste verdieping komt.
Het had weinig gescheeld
of de hele toren had er niet meer gestaan en Schillaard was een
buurtschap geworden zoals bijvoorbeeld het naburige Tjeintgum, met
slechts een paar boerderijen.
Het herstel van de toren
vond men een te kostbare zaak en men was van mening dat de overheid een
bijdrage moest leveren. De toren werd naar men zegt voor 100 gulden te
koop aangeboden. De hoogste bieder, een boer uit de omgeving, die van
het puin wel een weg wilde aanleggen, bood slechts 80 gulden, zodat de
koop niet door ging en de toren gespaard bleef. Uiteindelijk kon de
toren in 1957 en 1959 met Rijkssubsidie worden hersteld.
De toren valt op door de
pilasters, die worden bekroond door ionische kapitelen. Voor de
pilasters en het muurvlak is afwisselende rode en gele baksteen
gebruikt. Boven gele pilasters in rood, onder rode pilasters in geel.
Het metselwerk is op
verschillende plaatsen versierd met blokjes zandsteen, waarin
timmerlieden, die ooit herstel aan de toren uitvoerden, hun merk hebben
gezet.


[scan van een eigen foto 1991]
Aan de zuid-, west- en
noordzijde van de toren zijn in totaal 6 kraagsteentjes aangebracht, met
voorstellingen van duivels, engelen en satyrs. Een draagt het jaartal
156[1].

Doordat het kraagsteentje eerder is gedateerd (1561), dan de toren
(1661), wordt de toren ook qua stijl van de kraagsteentjes (Vredeman de
Vries, einde 16de eeuw) veelal door 'geleerden' ten onrechte
voor ouder gehouden dan hij is [scan van een foto 1980].
In de noordmuur van de toren bevinden zich twee
wapenstenen met de nauwelijks te herkennen wapens. Mogenlijk van Hoppers
en Galama. Reinier van Hoppers was in de jaren 1636-1655 kerkvoogd
(omdat?) hij eigenaar was van Hoxwier.
Hij huwde de eerste maal
met His van Galama, een kleindochter van Seerp van Galama.
His werd in de kerk
te Mantgum begraven.

Links: wapen Hopers (pelikaan, jongen). Rechts: wapen Galama (lelie,
ster) [internet 2003].
Laten
wij de fantasie de vrije loop, dan
komen wij tot de volgende conclusies. Let wel, het volgende is pure
speculatie.
Die van Hoxwier hadden eens woorden met de
bewoners van de naburige state Hiddinga
ten zuiden van Mantgum. Dit mondde uit in een ruzie op de plek waar nu Schillaard ligt. De strijd liep gunstig af
voor de Hoxwier's en uit dank stichtten zij de kapel van Schillaard 1: De bewoners van Hoxwier hadden als stichters het collatierecht.
2: De kapel van Schillaard was geen zelfstandige parochie, maar viel
onder de parochie Mantgum. 3: Iedere legende bezit een kern van waarheid).
De in gotische stijl ge/verbouwde kapel bezat een (stenen) gewelf of misschien een vijfzijdig
gesloten koor (vandaar de zes kraagsteentjes) waarvan de ribben rustten
op de kraagsteentjes, die na de afbraak van de kerk aangebracht
werden in de toren, dus na de bouw daarvan. Dit geschiedde ook met de genoemde wapenstenen.
British Graves
Het gedeelte van het
kerkhof aan de noordzijde van de voormalige kerk is in erfpacht bij de
gemeente. Het dient als algemene begraafplaats. Vroeger werden zwervers
die in de gemeente waren overleden, hier ter aarde besteld. Er stond ter
afschijding een witte schutting om heen. De schutting is nu verdwenen.
Wij vinden hier ook enkele oorlogsgraven. Op 2 maart 1943 stortte een bommenwerper, een Stirling BF
347 van het 15 Sqn., neer in de Mantgumer vaart. Voor acht bemanningsleden
die op het kerkhof te Schillaard hun laatste rustplaats vonden, werden
wit marmeren gedenktekens geplaatst.
Vroeger kon je via een
binnenpad naar Tjeintgum, maar we gaan eerst maar naar 22 en 23 aan de SvG en vervolgens naar 24
en 25 op Tjeintgum. |
|